POËZIE/TEKSTEN
Stadsdichter van Beverwijk in de jaren 2006 en 2010
Schrijver van Toneelteksten en proza.
Afval
Wat was afval eigenlijk
Vóór het afval werd?
Overbodig deel
Van een nuttig geheel?
Of bij gebruik ontstaan
Met de eigen onvermijdelijkheid
Als zingeving?
Niemand weet
Wat het was
Maar afval is
Het antwoord
Op de groeiende vraag
De kruikenbeek
Planten die er bloeien
Boeien
Kruiken die niet vloeien
Schoeien
Waterloop van eeuwen
Kinderstemmen schreeuwen
Op de zoveelste brug
Aardewerken zijden
Leiden
Een stroom zonder getijden
Scheiden
Een perk van een gazon
Waar ik spelen kon
Zoveel seizoenen terug
Water wat niets weet
Vreet
Aan kruiken zonder leed
Vergeet
De tijd die het vergiet
Terugvloeien gaat niet
Wat gaan de jaren vlug
Freya
Onsterfelijk vergeten
Ben ik maar beter onthouden
In deze tijden waar in de Goden dood zijn
En de mens
De geest in leven houdt
met valse herinneringen
Ontnomen is mijn vruchtbaarheid
In glazen kolven herkweekt
Rest mij niets anders dan de strijd
Tegen of voor de liefde
Totdat ook die
Voorverpakt is
Of mis ik iets?
Misschien leek ik teveel op jullie
Geleid door mijn hebzucht
Verkocht ik mijn lichaam
Voor een schijnziel
Die evenzeer schittert
Als ik dof ben geworden
Zorg alsjeblieft één dag per week
Voor mijn katten!
NZK
Dwars op mijn weg
Strekt een andere reis zich uit
Van Amsterdam naar Elders
Roest kleurt er de lucht
Schroefgeruis vult het water
Dat klotst tegen het land
Mijn geest haakt in een vlucht
Aan een scheepsanker, denkt over later
Dan botst de pont op de kant
Tekst voor voorstelling "Omzien naar Orpheus"
DOODGRAVER
Het leven is niets, slechts een droom. Een illusie.
Een grafzerk is harder, vaster, tastbaarder
Dan het volste rijkste mensenbestaan.
Bekrast met dat wat niet meer is, woorden die bij leven lucht zijn.
En de lucht krijgt bij het sterven zijn vrijheid terug,
De maden hun voedsel
En ik krijg mijn loon.
Waarom klaagt de mens over de dood,
Als het léven het probleem is?
Klagen schept één probleem meer.
Het eind is reeds bekend.
Waarom die klaagzang, Orpheus?
Al velt jouw stem bomen, doet jouw lier bloemen bloeien.
Al hebben jouw woorden de macht
Om graniet te graveren.
Waarom zou jouw kunst het niets kunnen bedwingen?
De tijd omkeren?
De sneeuw van verleden jaar doen vallen?
Vandaag spitte ik aarde over haar marmeren gelaat.
Als enige werkte ik door terwijl je de levenden deed zwijgen met je klaagzang.
Niemand was in staat om zich te verroeren. –behalve ik. Maar ik ben in dienst van het onomkeerbare, je hebt geen macht over mij.
Dat is jouw lot. Met je kunst heersen over hen die geen verweer hebben,
iets te verliezen hebben.
De sterfelijken.